Atol

Atol

zondag

De Parelmoerzee

  In het midden van de Parelmoerzee stond een oude vulkaan, een onderwatervulkaan die zo hoog was dat de top net boven het water uit stak. Zo’n vulkaanrand die boven water uitsteekt noem je een atol. Binnenin de krater was ook zeewater maar omdat de rand hoge golven en wilde wind tegenhield, was het de fijnste plek voor zeewezens om met elkaar af te spreken. Het was niet zo diep, er waren genoeg waterplanten, onderwaterrotsen, koraalriffen en daartussen lag zacht zand, zodat iedereen wel een prettig plekje kon vinden. De zeedieren noemden die plek ‘de Fijne Lagune’.


Op een windstille dag, er was geen golfje te zien, begon de zeebodem te grommen en te schudden.

Alle vissen hielden hun vinnen stil, kreeften kwallen en andere

wezens bleven doodstil zitten. Plotseling werden ze door het

woeste water heen en weer gegooid en op en neer geslingerd.

Na een paar minuten, het leek wel veel langer, werd de zee

weer rustig. Ze waren allemaal erg geschrokken en begonnen

tegen elkaar te piepen, loeien, bubbelen en gebaren over wat er

gebeurd was. 

Een oude zeeschildpad bromde ’Wat een opwinding, dit was 

gewoon een zeebeving, die heb ik zo vaak meegemaakt.’

 Jij wel’ zei de inktvis in een wolkje inkt dat zij van schrik in het 

rond had gespoten. ‘Ik ga naar de Fijne Lagune, daar voel ik me

veilig.’ Op topsnelheid schoot ze weg.

 Die jonkies kunnen nergens meer tegen.’ bromde de 

schildpad.

 

Even later was de inktvis weer terug, ze kon bijna niet uit haar 

woorden komen:

 Het is, is, is, ongelooflijk, de bodem van de, de, van de lagune 

is helemaal omgewoeld. En nu staat er… kom zelf maar kijken.’

Weg was ze weer.

Alle zeewezens keken haar verbaasd na en begonnen nog 

drukker te piepen, loeien, bubbelen en gebaren. 

Iedereen ging op weg naar de Fijne Lagune.

Omdat geluid onder water ontzettend ver te horen is, kwamen 

er van alle kanten nog meer nieuwsgierige dieren naar de Atol.

 

Het krioelde in de lagune van zeewezens, iedereen was erheen 

gegaan. Alleen de grootste dieren zoals reuzenhaaien en 

vinvissen zwommen rondjes om de atol en keken door 

openingen in de rand naar wat er gebeurde. Midden in de

lagune lag een schelp die nog nooit was gezien. 

Een schelp, wit en glanzend, zo groot als een walvis.

Plotseling ging de schelp open, alle dieren schrokken en 

vluchtten naar de rand van de lagune.

Toen de schelp helemaal open was, zagen ze een reusachtige 

parel liggen. Een parel die glansde met alle kleuren die je je 

maar kan voorstellen. De parel wiebelde even en begon

langzaam omhoog te zweven. Toen hij bijna boven was, spatte

hij uit elkaar en alle kleuren waaierden uit, zodat het water in de

lagune van parelmoer leek. Alle dieren keken vol

verwondering naar het prachtige schouwspel.

 

En nu weet je precies hoe de Parelmoerzee aan haar

bijzondere naam is gekomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties, op- en aanmerkingen zijn welkom.